Werken in loondienst heeft zo zijn voordeeltjes. Het vakantiegeld dat je in mei of juni uitbetaald krijgt en waarvan je lekker naar die camping in Frankrijk of dat strand in Spanje kan. Als zelfstandig ondernemer krijgt je dit niet van je baas en moet je hier toch echt zelf voor zorgen.
Je krijgt geen vakantiegeld
Als ondernemer of zzp’er krijg je geen vakantiegeld. Je bent helemaal zelf verantwoordelijk voor je salaris, bepaalt zelf hoeveel dit is en bent dus ook verantwoordelijk voor je vakantiegeld – áls je dit wilt uitbetalen. Je hoeft jezelf natuurlijk geen vakantiegeld te geven; niets is verplicht. Wil je jezelf wel dat extraatje gunnen? Dan zijn er verschillende manieren om dit te doen.
1. Zet maandelijks een vast bedrag opzij
Je kunt maandelijks een vast bedrag opzijzetten voor vakanties. Als je jezelf maandelijks een vast salaris uitkeert, kun je hiervan bijvoorbeeld € 100 of € 200 euro in een apart potje zetten. Verschillende banken bieden de mogelijkheid om tot 10 spaarpotjes te maken, zodat je jouw geld heel gemakkelijk en overzichtelijk kunt opdelen en sparen.
2. Zet een deel van je winst apart
In plaats van een vast bedrag per maand, kun je ook een bepaald percentage van je winst reserveren voor vakanties op een zakelijke spaarrekening. Bijvoorbeeld 8 of 10 procent. Hoe meer winst je maakt, hoe groter dit vakantie-spaarpotje uiteindelijk wordt. Dit bedrag kun je vervolgens uitkeren in mei of juni, zodat je écht het gevoel hebt van vakantiegeld.
3. Gebruik geld dat je overhoudt
Als je het wat minder consequent wilt aanpakken, kun je ook af en toe geld dat je overhoudt opzijzetten in een apart potje. Misschien heb je eens een extra opdracht opgepakt of heb je een keer belastingvoordeel gehad. Deze ‘extraatjes’ kun je vervolgens gebruiken om lekker van op vakantie te gaan. Houd er wel rekening mee dat als er geen extraatjes zijn, je vakantiepotje ook niet gevuld is.
Gun jezelf vakantie
Als je als ondernemer op vakantie gaat, word je natuurlijk niet doorbetaald. Veel zelfstandigen zijn dan ook geneigd om minder of niet op vakantie te gaan. Doorwerken is natuurlijk niet erg – als je je werk écht leuk vindt tenminste. Dan hoef je niet zo naar vakantie te ‘verlangen’. Toch kan het zo fijn zijn om af en toe uit je normale ritme te zijn. Gun jezelf daarom dat extraatje!